Hoofdstuk voortgang
0% Voltooid
Opdracht:
A) Lees eerst de voorbeeldzinnen hieronder en probeer dit zelf te gebaren.
Gebaar in de NGT: (20 voorbeeldzinnen)
- Ik ben Jan
- Dat is Louis
- Dat is Teresa
- Jij bent Maria
- Dat is Anna
- U bent Carlos?
- Louis is een Mexicaan. Hij komt uit Mexico.
- Carlos is een Egyptenaar. Hij komt uit Egypte
- Jij bent een Portugees. Jij komt uit Portugal
- Ik ben een Nederlander. Ik kom uit Nederland.
- Ana is een Spaanse. Zij komt uit Spanje.
- Simone is een Franç Zij komt uit Frankrijk.
- Jan is brandweerman. Hij komt uit België.
- Sabine is een kapster. Zij komt uit Noorwegen.
- Piet is Nederlander. Hij komt uit Amsterdam. Hij is leraar
- Maria is een Spaanse. Zij komt uit Madrid. Zij is verpleegster
- Jij bent een Italiaan. Jij komt uit Rome. Jij bent advocaat
- Hans is een Duitser. Hij komt uit Berlijn. Hij is timmerman
- U komt niet uit Duitsland, maar wel uit Nederland.
- Maria is geen Italiaanse , maar wel Spaanse.
B) Bekijk nu de video met de voorbeeldzinnen om te kijken of je het goed had. Bij elke voorbeeldzin zie je de ondertiteling. Kijk rustig naar de voorbeeldzinnen en oefen zoveel als je wilt.

Comments